New Activity
Play Quiz
1. 
Wie stichtte Rome?
A.
Romulus
B.
Remus
C.
Meester Tommy
D.
Alexander De Grote
2. 
Waarom veroverden de Romeinen zo'n groot rijk?
A.
Ze gingen graag met vakantie
B.
Ze hielden van vechten
C.
Uit eerzucht, verlangen naar roem en uit hebzucht
D.
Uit verdediging en het helpen van bondgenoten
3. 
Wie was de eerste Romeinse keizer?
A.
Julius Caesar
B.
Augustus Ceasar
C.
Tommy Caesar
D.
Romulus
4. 
Welke wapens droeg een Romeinse soldaat?
A.
B.
C.
D.
5. 
Wat deden de machthebbers in Rome om het volk gelukkig te houden?
A.
Ze lazen voor uit de Bijbel
B.
Ze boden brood en spelen aan
C.
De keizer kwam de zieken en arme mensen persoonlijk bezoeken
D.
Iedereen kreeg een goed betaalde baan en een huis
6. 
Hoe heet de toestand van politieke stabiliteit die de eerste Romeinse keizer, Augustus, geleidelijk invoerde nadat hij in 27 v.Chr. aan de macht kwam?
A.
Pax Romana
B.
Verdrag van Rome
C.
La dolce vita (Het zoete leven)
D.
Verdrag van Versailles
7. 
Als je in het latijn 24 wilt schrijven, hoe doe je dat dan?
A.
24
B.
XXIIII
C.
XXIV
D.
Dat kon je niet, ze konden niet verder tellen dan tien
8. 
Wat was een slaaf?
A.
Een leerkracht
B.
De huishoudster
C.
Een mens die eigendom is van een ander mens
D.
Een volk uit Oost- Europa
9. 
Bij welke Vlaamse stad was er vroeger een Romeins legerkamp?
A.
Tongeren
B.
Sint- Niklaas
C.
Luik
D.
Antwerpen
10. 
Welke taal werd er in het Romeinse rijk gesroken?
A.
Italiaans
B.
Hebreeuws
C.
Grieks
D.
Latijns