New Activity
Play Quiz
1. 
Juist of fout: “De winnaar van de wielerwedstrijd had de grootste ogenblikkelijke snelheid bij de finish.”
A.
juist omdat je op het moment dat je over de streep gaat bezit je ook de grootste ogenblikkelijke snelheid.
B.
fout omdat de grootte van de gemiddelde snelheid bepaalt of je als eerste zal aankomen.
C.
juist omdat de winnaar het eerst over de eindmeet komt.
D.
fout omdat het de tijd is en niet de snelheid die bepalend is over de eindmeet te komen.
2. 
Een schildpad wandelt over een rechte weg. Zijn v(t)-diagram is onderaan weergegeven.Hoe groot is de afstand die de schildpad heeft aflegd na 3 s?
A.
9 m
B.
3 m
C.
6 m
D.
0 m
3. 
De schildpad en de haas uit het bekende fabeltje houden een snelheidswedstrijd. De schildpad loopt met een constante snelheid van 2,51 cm/s gedurende 12,05 s. Welke afstand legt de schildpad dan af?
A.
30,2 cm
B.
30 cm
C.
6,8 m
D.
2,51 cm
4. 
Met welke formule bepaal je de afstand op de v(t)-grafiek bij de ERB?
A.
x = v . t
B.
x = v / t
C.
x = t / v
D.
x = v + t
5. 
De schildpad en de haas uit het bekende fabeltje houden een snelheidswedstrijd. De schildpad loopt met een constante snelheid van 2,51 cm/s gedurende 12,05 s. Hoe lang duurt het eer de schildpad 17 cm gelopen heeft?
A.
43 s
B.
30,2 s
C.
6,8 s
D.
17 s
6. 
De schildpad en de haas uit het bekende fabeltje houden een snelheidswedstrijd. De schildpad loopt met een constante snelheid van 2,51 cm/s gedurende 12,05 s. De haas denkt dat hij nog wel even kan wachten met vertrekken en eet nog eerst 5,00 minuten zijn wortel op. Daarna loopt hij met een snelheid van 7,01 cm/s. Waar en wanneer zal de haas de schildpad inhalen?
A.
De haas en de schildpad ontmoeten elkaar op 4,67 . 10² cm van de start op 1,17 .10³ s na het vertrek van de schildpad.
B.
De haas en de schildpad ontmoeten elkaar op 1,17 .10³ cm van de start op 467 s na het vertrek van de schildpad.
C.
De haas en de schildpad ontmoeten elkaar op 1,17 cm van de start op 167 s na het vertrek van de schildpad.
D.
De haas en de schildpad ontmoeten elkaar op 467 cm van de start op 117 s na het vertrek van de schildpad.
7. 
Twee vriendinnen hebben afgesproken op de Meir in Antwerpen centrum. Anke vertrekt om 10:01 h aan de boerentoren en Sofie vertrekt om 10:07 h aan de hoek van de Teniersplaats met de Frankrijklei (769 m van de boerentoren). Anke stapt met een gemiddelde snelheid van 4,01 km/h en Sofie met een gemiddelde snelheid van 3,28 km/h. Bepaal de bewegingsvergelijkingen van beide kinderen.
A.
Anke: x(t) = -3,28 km/h (t – 0,10 h) + 0,769 km; Sofie: x(t) = -0,91 m/s (t – 360 s) + 769 m
B.
Anke: Anke: x(t) = -3,28 m/s (t – 0,10 h) + 769 m; Sofie: x(t) = 0,91 m/s (t – 360 s) + 769 m
8. 
Twee vriendinnen hebben afgesproken op de Meir in Antwerpen centrum. Anke vertrekt om 10:01 h aan de boerentoren en Sofie vertrekt om 10:07 h aan de hoek van de Teniersplaats met de Frankrijklei (769 m van de boerentoren). Anke stapt met een gemiddelde snelheid van 4,01 km/h en Sofie met een gemiddelde snelheid van 3,28 km/h.Bepaal de plaats vanaf de boerentoren (in meter) waarop ze elkaar zullen ontmoeten. Werk best uit met je grafisch rekentoestel.
A.
Beide meisjes ontmoeten elkaar op 150 m van de boerentoren.
B.
Beide meisjes ontmoeten elkaar op 543 m van de boerentoren.
C.
Beide meisjes ontmoeten elkaar op 150 m van de boerentoren.
D.
Beide meisjes ontmoeten elkaar op 603 m van de boerentoren.