1
De afkorting mno staat voor ….
2
De wereldbank, OESO, IMF en G20 zijn …….. organisaties.
3
Wanneer een onderneming op een bepaalde markt een product kan aanbieden, die zich op een positieve manier onderscheidt van de andere producten dan spreekt men over een …..
4
Als ondernemingen groter worden en meer kunnen produceren ontstaan er…….
5
Maatregelen die genomen worden om de eigen bedrijven te beschermen.
6
Het feit dat er steeds meer landen en regio’s worden betrokken in de internationale handel.
7
De prijs van een munteenheid ten opzichte van een andere munt noemt men de....
8
Multinationale ondernemingen proberen door ….. de plaatselijke wetgeving te omzeilen.
9
Een mno brengt werkgelegenheid met zich mee. Zo worden er zowel directe al ..... jobs gecreëerd.
10
Eén merknaam voor hetzelfde product in de hele wereld is een ….. brand.