1
Test waardoor men een onderscheid kon maken tussen 'normale', slimme kinderen en 'abnormale', trage kinderen.
2
In de Oudheid koos de maatschappij wie het waard was om te blijven leven en wie niet. Dit noemt men ...................................... selectie.
3
Hoe heet het principe waarbij mensen met een beperking een dag-, week- en jaarritme hebben dat overeenkomt met het ritme van een gemiddelde burger?
4
In welke periode beheersten de wetten van de natuur het doen en laten in grote mate. Enkel de sterkste en de fitste overleefden.
5
Vroeger sprak men over idioten, gebrekkigen, achterlijken, gehandicapten. Nu spreekt men over mensen met een ........................
6
Gebouwen waar men mensen met een beperking kon begluren door een raampje.
7
Tijdens de Nieuwste Tijden werden krankzinnige mensen behandeld en verzorgd in ............................................ instituten.
8
Meest recente visie op personen met een beperking
9
In onze huidige maatschappij kunnen mensen met een beperking zelf ..................... geven aan hun leven.
10
Aanzien, eerbied of waardering, die men heeft voor iemand vanwege zijn kwaliteiten, prestaties of vaardigheden.