New Activity
Play Quiz
1. 
Aan welke rivier werd Rome gebouwd ?
A.
Arno
B.
Po
C.
Tiber
D.
Rijn
2. 
Wat geldt voor de volgende beweringen? In de 8e eeuw v.Chr. kwamen er nieuwe nederzettingen op de Palatijn. In de 6e eeuw v.Chr., kwamen er nog meer nederzettingen op die heuvels en vielen de Etrusken binnen. Ze veroverden Rome dat toen nog bestond uit enkele nederzettingen
A.
Ja, deze uitspraak is juisT
B.
Nee, deze uitspraak is niet juist
3. 
In welke periode werd het Romeinse Rijk steeds groter?
A.
50 voor Christus tot 500 na Christus
B.
100 voor Christus tot 500 na Christus
C.
753 voor Christus tot 476 na Christus.
D.
1000 voor Christus tot 100 na Christus.
4. 
Hieronder zie je vier kaarten. Op welke kaart is het Romeinse Rijk bij zijn grootste uitbreiding het best ingekleurd?
A.
Kaart 1
B.
Kaart 2
C.
Kaart 3
D.
Kaart 4
5. 
De Romeinen bouwden langs de grens forten en wegen. Waarvoor deden ze dat vooral?
A.
? om sneller naar Rome te kunnen vluchten als dat nodig mocht zijn
B.
? voor de handel
C.
? voor de verdediging
D.
? om de Friezen een plezier te doen
E.
? om het leger snel te kunnen verplaatsen bij een vijandige inval van de Germanen
6. 
Schrijf een bondig verhaal (ca. 10 regels) waarin jij (als een echte geschiedeniskenner) vertelt over de mythe van het ontstaan van Rome.
7. 
Vul in. De rode lijn is de grens van het Romeinse rijk, deze grens noemen wij de
8. 
Welke natuurlijke grens gebruikten de Romeinen om hun land te verdedigen?
9. 
Hoe heet het Flevomeer nu?
10. 
Geef de chronologische volgorde van het ontstaan van Rome volgens de mythe
A.
Romulus en Remus spelen met elkaar
B.
De wolf vindt de tweeling
C.
Hierbij vindt de herder tweeling en gaat ze verder opdvoeden ?
D.
Dit prentje hoort tot het einde van het verhaal van Romulus en Remus
E.
Hij wordt koning van Rome