De
buitenkant
van
ons
oog
heeft
heel
wat
onderdelen
die
____________________
bieden
.
Boven
de
ogen
vindt
men
de
____________________
.
Ze
zorgen
ervoor
dat
____________________
of
water
van
ons
voorhoofd
niet
in
de
ogen
komt
.
Het
oog
ligt
in
de
____________________
.
Dit
bot
beschermt
het
oog
bij
____________________
aanrakingen
.
De
____________________
beschermen
het
oog
tegen
____________________
en
waterdruppels
.
De
____________________
bevochtigen
en
houden
de
oogbol
proper
met
traanvocht
.
Ze
kunnen
ook
gesloten
worden
indien
er
gevaar
is
voor
de
oogbol
.
Onder
de
oogleden
zit
een
____________________
.
Deze
traanklier
produceert
____________________
.
Hierdoor
droogt
het
oog
niet
uit
doordat
de
____________________
het
vocht
over
de
oogbol
verdelen
.
Het
overtollig
vocht
wordt
via
een
traankanaal
verwijderd
.
Dit
____________________
bevindt
zich
in
de
binnenhoek
onder
het
oog
en
staat
in
verbinding
met
de
____________________
.