New Activity
Play Quiz
1. 
Wat is beeldspraak?
A.
Korte krachtige uitspraa
B.
Figuurlijk taalgebruik
C.
Vaste woordgroep met figuurlijke betekenis
D.
Betekenisoverdracht
2. 
Een spreekwoord bevat
A.
Een vaste woordgroep met een figuurlijke betekenis
B.
Verbindingswoorden
C.
Een wijsheid of een waarheid
3. 
Met metonymia zeg je
A.
Een korte krachtige uitspraak
B.
Een betekenisoverdracht
C.
Niet rechtstreeks wat je bedoelt
4. 
Wat hoort niet bij een vergelijking
A.
Origineel of beeld wordt genoemd
B.
Deel in plaats van geheel
C.
Verbindingswoorden
5. 
Welk begrip hoort bij de volgende definitie: Een levenloos voorwerp krijgt menselijke eigenschappen?
A.
Uitdrukking
B.
Metafoor
C.
Spreekwoord
D.
Personificatie