Print Quiz: Spellingquiz (language

1.

Hoe spreken we de koning aan?

A.

majesteit

B.

majestijt

C.

maaiesteit

2.

Hoe heet dit land?

A.

italië

B.

Italie

C.

Italië

3.

Heel wat mensen gaan naar Spanje op reis. Welke zin mag in de reisbrochure staan?

A.

Madrid is een toeristische trekplijster.

B.

Madrid is een toeristische trekpleister.

C.

Madrid is een touristische trekpleister.

4.

Welk woord is fout gespeld?

A.

kettingkje

B.

hangkast

C.

zangkoor

5.

Van welk land is deze man de president?

A.

Noord-korea

B.

Noord-Korea

C.

Noord Korea

D.

Noordkorea