1
Om de ... goed te laten draaien, moet men de stok goed vasthouden, niet trillen en een rustige draaiende beweging ermee maken.
2
Je hebt de ... en de twee handstokken. Je houdt de ... in de lucht met behulp van een heen- en weerbeweging van de handstokken waarvan je er een in elke hand houdt, en zo kan je ook figuren maken.
3
Bij deze activiteit wordt er gelopen op palen van 1 tot 4 meter hoogte.
4
Om te ... moet men de ballen niet te hoog gooien. In het begin ... we met twee ballen. Daarna met drie ballen
5
Bestaat uit twee houten stokken verbonden door een touwtje, maar ook een object van plastic in de vorm van een grote zandloper.
6
Het leukste en grappigste figuur dat je kan vinden in een circus.