New Activity
Play Quiz
1. 
Men kan enkel rouwen wanneer een dierbare overleden is.
A.
Waar
B.
Niet waar
2. 
Bij een rouwproces reageert elke persoon op een andere manier.
A.
Waar
B.
Niet waar
3. 
Men helpt rouwenden maar als men luistert naar hoe hij/zij zich voelt, in plaats van te vertellen hoe men zich wel en niet moet voelen.
A.
Waar
B.
Niet waar
4. 
Als iemand zijn rouwproces langer dan een jaar duurt heeft deze persoon op een verkeerde manier gerouwd.
A.
Waar
B.
Niet waar
5. 
Het verlies is pas verwerkt als de rouwende alle fasen van Kübler-Ross één na één heeft doorlopen.
A.
Waar
B.
Niet waar
6. 
Volgens Manu Keirse is rouwverwerking een passief gebeuren.
A.
Waar
B.
Niet waar