New Activity
Play Quiz
1. 
Jan koop in de Colruyt een fles Coca Cola van 1,5 liter en betaalt daar 1,63 euro voor. Jan gaat 's avonds op café met zijn vrienden. Hij bestelt er één glas Coca Cola en betaalt er 2 euro voor.
A.
Plaats en prijs zijn gelinkt.
B.
Promotie en prijs zijn gelinkt.
C.
Product en prijs zijn gelinkt.
2. 
Wanneer veel aandacht wordt besteed aan de verpakking van het product, de vormgeving, de dienst na verkoop, ... weerspiegelt zich dit in de kostprijs. Die hoge kostprijs zal de onderneming aan de klant moeten doorrekenen.
A.
Personeel en prijs zijn gelinkt.
B.
Product en prijs zijn gelinkt.
C.
Promotie en prijs zijn gelinkt.
3. 
Luxueuze auto's, dure horloges, chique kledij vind je niet in elke winkel om de hoek. Er zijn een beperkt aantal verkopers die het alleenrecht krijgen om die producten in hun regio te verkopen.
A.
Promotie en prijs zijn gelinkt.
B.
Product en plaats zijn gelinkt.
C.
Plaats en prijs zijn gelinkt.
4. 
Hoe meer personeel in de winkel werkt, hoe meer lonen moeten betaald worden. Hoe hoger het personeel opgeleid is, hoe hoger de lonen.
A.
Personeel en plaats zijn gelinkt.
B.
Product en prijs zijn gelinkt.
C.
Personeel en prijs zijn gelinkt.
5. 
Voor sommige producten wordt veel reclame gemaakt. Voor andere helemaal geen reclame. Bijvoorbeeld voor Côte d'Or vind je verkooppromotie en reclame. Voor huismerken zal je zelden tv-spotjes zien.
A.
Product en promotie zijn gelinkt.
B.
Product en prijs zijn gelinkt.
C.
Promotie en prijs gelinkt.