1
een directeur : un ...
2
een dokter : un ...
3
voorbij gaan, langskomen
4
een vrachtwagen : un ...
5
een miljoen : un ... de DVD.
6
een (politie)agent : un ...
7
De hoofdstad van Frankrijk.
8
helpen
9
een baan, weg : une ...
10
een vliegtuig: un ...
11
een maand : un ...
12
een woord : un ....