Print Quiz: EB H 3 ()

1.

Een rekening van bezit die toeneemt wordt

A.

gecrediteerd

B.

gedebiteerd

2.

Een rekening van schuld die toeneemt wordt

A.

gedebiteerd

B.

gecrediteerd

3.

Als het eigen vermogen toeneemt wordt het eigen vermogen

A.

gedebiteerd

B.

gecrediteerd

4.

Een rekening van bezit die afneemt wordt

A.

gedebiteerd

B.

gecrediteerd

5.

Een rekening van schuld die afneemt wordt

A.

gedebiteerd

B.

gecrediteerd

6.

Als het eigen vermogen afneemt wordt het eigen vermogen

A.

gedebiteerd

B.

gecrediteerd

7.

Bericht ontvangen van de bank dat er geld is bijgeschreven wegens ontvangsten van afnemers. Hoe moet je de grootboekrekeningen bijwerken?

A.

Bank debiteren en Debiteuren crediteren

B.

Bank crediteren en Debiteuren debiteren

C.

Bank debiteren en Crediteuren crediteren

D.

Bank crediteren en Crediteuren debiteren

8.

Bericht ontvangen van de bank dat er geld is afgeschreven wegens betaling aan leveranciers. Hoe moet je de grootboekrekeningen bijwerken?

A.

Bank debiteren en Debiteuren crediteren

B.

Bank crediteren en Debiteuren debiteren

C.

Bank debiteren en Crediteuren crediteren

D.

Bank crediteren en Crediteuren debiteren

9.

Bericht ontvangen van de bank dat er geld is afgeschreven wegens betaling van kosten. Hoe moet je de grootboekrekeningen bijwerken?

A.

Bank debiteren en Eigen vermogen crediteren

B.

Bank crediteren en Eigen vermogen debiteren

C.

Bank debiteren en kas crediteren

D.

Bank crediteren en Kas debiteren

10.

Bericht ontvangen van de bank dat er geld is bijgeschreven wegens storting van kasgeld. Hoe moet je de grootboekrekeningen bijwerken?

A.

Bank debiteren en Eigen vermogen crediteren

B.

Bank crediteren en Eigen vermogen debiteren

C.

Bank debiteren en kas crediteren

D.

Bank crediteren en Kas debiteren