Ik moet de klant een kapmantel aandoen.
Ik moet mijn materiaal klaarleggen.
Ik moet het haar knippen.
Ik moet het haar wassen met shampoo.
Ik moet de klant vragen wat zij wil.
Ik moet het haar kleuren met de verfborstel.
Ik moet een verzorging aanbrengen.
Ik moet het haar borstelen.
Ik moet het haar brushen.
Ik moet het haar goed uitspoelen.
Ik moet het haar analyseren.
Ik moet het haar afwerken met haarlak.
Ik moet een verdeling maken. Ik moet het haar met clipsen vaststeken.
Ik moet het analyseblad invullen.
Ik moet mijn werkplaats proper maken.