New Activity
Play Quiz
1. 
Plaats Toetanchamon in het juiste tijdvak.
A.
de Prehistorie
B.
de Middeleeuwen
C.
het Oude Nabije Oosten
D.
de Klassieke Oudheid
2. 
Plaats de Guldensporenslag in het juiste tijdvak.
A.
het Oude Nabije Oosten
B.
de Middeleeuwen
C.
de Nieuwe Tijd
D.
de Nieuwste Tijd
3. 
Plaats Julius Caesar in het juiste tijdvak.
A.
het Oude Nabije Oosten
B.
de Klassieke Oudheid
C.
de Nieuwe Tijd
D.
de Middeleeuwen
4. 
Plaats Cleopatra in het juiste tijdvak.
A.
de Prehistorie
B.
het Oude Nabije Oosten
C.
de Klassieke Oudheid
D.
de Nieuwe Tijd
5. 
Plaats Alexander de Grote in het juiste tijdvak.
A.
de Nieuwe Tijd
B.
de Klassieke Oudheid
C.
de Nieuwste Tijd
D.
de Eigen Tijd
6. 
Plaats Keizer Karel de Grote in het juiste tijdvak.
A.
de Klassieke Oudheid
B.
de Nieuwe Tijd
C.
de Middeleeuwen
D.
de Nieuwste Tijd
7. 
Plaats Christoffel Columbus in het juiste tijdvak.
A.
de Nieuwe Tijd
B.
de Nieuwste Tijd
C.
de Eigen Tijd
D.
de Prehistorie
8. 
Plaats Jozef Stalin in het juiste tijdvak.
A.
de Middeleeuwen
B.
de Nieuwe Tijd
C.
de Nieuwste Tijd
D.
de Eigen Tijd
9. 
Plaats Adolf Hitler in het juiste tijdvak.
A.
de Middeleeuwen
B.
de Nieuwe Tijd
C.
de Nieuwste Tijd
D.
de Eigen Tijd
10. 
Plaats Benito Mussolini in het juiste tijdvak.
A.
de Stroomculturen
B.
de Eigen Tijd
C.
de Nieuwste Tijd
D.
de Nieuwe Tijd
11. 
Plaats de Eerste en Tweede Wereldoorlog in het juiste tijdvak.
A.
de Nieuwe Tijd
B.
de Eigen Tijd
C.
de Nieuwste Tijd
D.
de Middeleeuwen
12. 
Plaats de (eerste) Industriële Revolutie in het juiste tijdvak.
A.
de Nieuwste Tijd
B.
de Stroomculturen
C.
het Oude Nabije Oosten
D.
de Nieuwe Tijd
13. 
Plaats de Franse Revolutie in het juiste tijdvak.
A.
de Middeleeuwen
B.
de Nieuwste Tijd
C.
de Nieuwe Tijd
D.
de Eigen Tijd
14. 
Plaats de Koude Oorlog in het juiste tijdvak.
A.
de Middeleeuwen
B.
de Nieuwe Tijd
C.
de Nieuwste Tijd
D.
de Eigen Tijd
15. 
Plaats de bouw van de piramides in het juiste tijdvak.
A.
de Klassieke Oudheid
B.
het Oude Nabije Oosten
C.
de Prehistorie
D.
de Nieuwste Tijd
16. 
Plaats de Griekse poleis in het juiste tijdvak.
A.
de Klassieke Oudheid
B.
de Middeleeuwen
C.
het Oude Nabije Oosten
D.
de Nieuwste Tijd
17. 
Plaats de Vikingen in het juiste tijdvak.
A.
het Oude Nabije Oosten
B.
de Klassieke Oudheid
C.
de Middeleeuwen
D.
de Nieuwe Tijd
18. 
Plaats de romaanse en gotische kunst in het juiste tijdvak.
A.
de Nieuwste Tijd
B.
de Nieuwe Tijd
C.
de Middeleeuwen
D.
de Prehistorie
19. 
Plaats de Spaanse Nederlanden in het juiste tijdvak.
A.
de Klassieke Oudheid
B.
de Nieuwe Tijd
C.
de Nieuwste Tijd
D.
de Eigen Tijd
20. 
Plaats koning Hendrik V||| van Engeland in het juiste tijdvak.
A.
de Middeleeuwen
B.
de Eigen Tijd
C.
de Nieuwste Tijd
D.
de Nieuwe Tijd
21. 
Plaats de invoer van de euro in het juiste tijdvak.
A.
de Eigen Tijd
B.
de Nieuwe Tijd
C.
de Klassieke Oudheid
D.
de Nieuwste Tijd