New Activity
Play Quiz
1. 
Wat is het belangrijkste verschil tussen een prokaryote en eukaryote cel?
A.
het wel of niet bezitten van een celwand
B.
het wel of niet bezitten van een celkern
C.
het kunnen leven in extreme omstandigheden
D.
het bezitten van bladgroenkorrels
2. 
Het organisme uit de figuur behoort tot de eenzaadlobbige planten?
A.
neen, het bevat geen hoofdwortel maar enkel bijwortels
B.
neen, het bevat parallelnervige bladeren
C.
ja, het komt uit een zaad
D.
ja, het bevat geen parallelnervige bladeren
3. 
Het organisme dat een celkern, celwand en bladgroenkorrels bezit, behoort tot welk domein of rijk?
A.
dieren
B.
planten
C.
bacteriën
D.
schimmels
4. 
Het organisme dat een celwand en geen celkern of bladgroenkorrels bezit, behoort tot welk domein of rijk?
A.
dieren
B.
planten
C.
bacteriën
D.
schimmels
5. 
Hebben plantaardige cellen een celwand?
A.
neen
B.
ja, dezelfde als de bacteriën
C.
ja, dezelfde als de schimmels
D.
ja, maar een andere dan de schimmels en bacteriën
6. 
Welke plant behoort tot de naaktzadige planten?
A.
mos
B.
varen
C.
spar
D.
zonnebloem
7. 
Tot welke indeling bij de planten behoort de plant van de afbeelding?
A.
vaatloze planten
B.
vaatplant en zaadloze plant
C.
naaktzadige plant
D.
bedektzadige en eenzaadlobbige plant
E.
bedektzadige en tweezaadlobbige plant
8. 
bij welke indeling bij de planten behoort een plant met parallelnervige bladeren en veel vaatbundels?
A.
vaatloze planten
B.
vaatplant en zaadloze plant
C.
naaktzadige plant
D.
bedektzadige eenzaadlobbige plant
E.
bedektzadige en tweezaadlobbige plant
9. 
Zijn dennenappels vruchten?
A.
ja, omdat er zaden in groeien
B.
neen, naaktzadigen hebben geen bloemen dus ook geen vruchten
C.
ja, elke plant plant zich voort door middel van vruchten en bloemen
D.
neen, bloemen zijn steeds fel gekleurd
10. 
Welke plant bevat sporendoosjes?
A.
veenmos
B.
adelaarsvaren
C.
grove den
D.
zachte witbol
E.
witte dovenetel
11. 
Welke plant bevat sporenhoopjes?
A.
veenmos
B.
adelaarsvaren
C.
grove den
D.
zachte witbol
E.
witte dovenetel
12. 
Welke plant bevat kegels?
A.
veenmos
B.
adelaarsvaren
C.
grove den
D.
zachte witbol
E.
witte dovenetel
13. 
Welke plant bevat veel vaatbundels met gespreide ligging?
A.
veenmos
B.
adelaarsvaren
C.
grove den
D.
zachte witbol
E.
witte dovenetel
14. 
Welke plant bevat een hoofdwortel metzijwortels?
A.
veenmos
B.
adelaarsvaren
C.
grove den
D.
zachte witbol
E.
witte dovenetel
15. 
Wat stelt nummer 1 uit de figuur voor?
A.
houtvaten
B.
zeefvaten
C.
cambium
16. 
Wat stelt nummer 2 uit de figuur voor?
A.
houtvaten
B.
zeefvaten
C.
cambium
17. 
Wat stelt letter C uit de figuur voor?
A.
houtvaten
B.
zeefvaten
C.
cambium
18. 
Wat stelt letter A uit de figuur voor?
A.
houtvaten
B.
zeefvaten
C.
cambium
19. 
Wat stelt letter B uit de figuur voor?
A.
houtvaten
B.
zeefvaten
C.
cambium
20. 
Wat is het belangrijkste verschil tussen zaden en sporen?
A.
sporen zorgen voor ongeslachtelijke voortplanting en zaden voor geslachtelijke voortplanting
B.
Sporen komen enkel bij varens voor, zaden enkel bij zaadplanten
C.
sporen vormen zich in een vruchtbeginsel en zaden niet
D.
sporen worden gevormd door bestuiving, zaden door een zaadbeginsel