1
Tijdens de les turnen gaan we voetba__en
2
We gaan het bos morgen verke__en
3
Morgen bekli__en we de berg
4
Ik bel met de te__efoon naar mama
5
Op zaterdag gaan er veel mensen win__elen
6
We gaan de nieuwe kast opha__en
7
Ze spra__en elkaar nooit meer
8
Stenen huizen zijn gro__en
9
Er rollen tra__en van mijn gezicht
10
Ik ben een groen dier, ik ben een ki__er
11
Mama en papa ko__en samen een nieuwe TV