SOCIOBIOLOGISCHE FACTOREN
GROEPSIDENTITEIT
ZELFEXPRESSIE
SOCIALISATIE
ZELFONTHULLING
PEER PRESSURE
Paring, verzorging van nakomelingen, bescherming, voeding, sociale prikkels, biologische veranderingen in het milieu, arbeidsverdeling, leren en cultuuroverdracht.
De druk die een group uitoefent op een bepaald persoon of kleinere groep om het gedrag te veranderen zodat het overeenkomt met het gedrag van die peergroup. Normen spelen hier een belangrijke rol. Dit treedt zowel in positieve als in negatieve zin op.
Wat je onbewust van jezelf toont. Het is authentiek en kan niet gemanipuleerd worden. Het uit zich in non-verbale communicatie, maar ook in de keuzes die we soms maken.
Het bewust of onbewust tot uiting brengen van innerlijke gevoelens, overtuigingen en attitudes via sociaal en cultureel aanvaarde gedragingen, vaak om het beeld dat anderen van ons hebben in een bepaalde richting te sturen.
Het bewust zijn van iemand tot een bepaalde groep te behoren en als zodanig door anderen behandeld te worden.
Het proces waarbij het individu, bewust of onbewust, waarden, normen en andere cultuurkenmerken van een groep krijgt aangeleerd.
