New Activity
Play Quiz
1. 
Als een onderneming eerst de goederen ontvangt en later de factuur, wordt gebruik gemaakt van de rekening
A.
te ontvangen goederen
B.
te verzenden facturen
C.
te ontvangen facturen
D.
af te leveren goederen
2. 
Als een onderneming eerst de factuur ontvangt en later de goederen dan wordt gebruik gemaakt van de rekening
A.
te ontvangen goederen
B.
te verzenden facturen
C.
te ontvangen facturen
D.
af te leveren goederen
3. 
In een onderneming worden eerst de goederen ontvangen en daarna de factuur. De rekening Te ontvangen facturen wordt bijgehouden tegen VVP. Wanneer wordt het prijsverschil geboekt?
A.
Bij ontvangst van de factuur
B.
Bij ontvangst van de goederen
4. 
Een saldo op de rekening Te verzenden creditnota's is altijd een
A.
debetsaldo
B.
creditsaldo
5. 
Een korting bij inkoop wordt apart geboekt.
A.
waar
B.
niet waar
6. 
Een saldo op de rekening Af te leveren goederen is altijd een
A.
debetsaldo
B.
creditsaldo
7. 
Hoe berekent een winkelbedrijf zijn consumentenprijs?
A.
inkoopprijs + brutowinst
B.
inkoopprijs + nettowinst
C.
inkoopprijs + brutowinst + OB
D.
inkoopprijs + nettowinst + OB
8. 
Als de voorraad wordt bijgehouden tegen consumentenprijs worden er correctierekeningen gebruikt. Welke rekening is GEEN correctierekening?
A.
ongerealiseerde winst
B.
gerealiseerde winst
C.
opslag OB
D.
ongerealiseerde winst + opslag OB
9. 
Op 31 maart is het saldo van de volgende rekeningen als volgt Voorraad € 43.166 debet. Opslag OB € 6.892 credit. Ongerealiseerde winst € 10.364 credit. De inkoopwaarde van de voorraad is
10. 
Van een gesloten inkoopcontract wordt geen omzetbelasting geboekt.
A.
waar
B.
niet waar