His activities

Duid de gevraagde landen aan.

Duid de gevraagde landen aan.

Klik de gevraagde elementen aan.

Vul telkens het juiste groene woord in.

Klik de gevraagde elementen aan op de kaart.

Heb je het eerste deel leerstof van hoofdstuk 9 goed begrepen? Test het hier met de quiz! Je mag je werkboek gebruiken tijdens deze quiz. Veel succes! Mevrouw Smedts en mevrouw Lavrysen

Duid telkens het gevraagde klimaattype aan op de kaart.

Duid de verschillende vegetatietypen aan op de kaart.

Beantwoord de volgende vragen.

Zeg telkens om welk klimaattype het hier gaat. Maak gebruik van de determineertabel op pagina 112. Klik op de afbeelding om de klimatogram te vergroten.

Geef voor elke uitspraak aan of het een weer -of een klimaatgegeven is.

Vul de de begrippen in die gevraagd worden.

Beantwoord volgende vragen adhv de klimatogram van Kiew. Klik op de afbeelding om de klimatogram te vergroten.

Duid aan waar je de gevraagde gegevens kan vinden in de klimatogram. Klik hiervoor steeds op een vakje.

Noteer steeds de juiste afkorting of formule bij de volgende beschrijvingen.

Verbind de afbeeldingen met het juiste vegetatietype.

Verbind de klimaattypen met het juiste vegetatietype.

Vul de juiste afkortingen of formules aan bij de beschrijvingen

Vul de juiste afkortingen of formules aan bij de beschrijvingen.

Maak steeds het juiste trio met het weerinstrument, het weerelement dat hiermee gemeten wordt en de eenheid hiervan. Dit doe je door deze drie zaken aan te klikken.

Jullie krijgen zo dadelijk een aantal vragen over de situering in tijd en ruimte van The Great Fire of London. Duid steeds de juiste antwoorden aan.

Los de volgende vragen op als herhaling van deze les.

Duid steeds het gevraagde element aan op de referentiekaart.

Duid op de referentiekaart van de wereld de gevraagde reliëfeenheden, de evenaar en de nulmeridiaan aan.

Duid op de referentiekaart van de wereld de gevraagde wereldsteden en zeeën/oceanen aan.

Duid op de referentiekaart van Europa de gevraagde rivieren en zeeën/oceanen aan.

Duid op de referentiekaart van Europa de gevraagde steden en reliëfeenheden aan.

Duid op de referentiekaart van België de gevraagde provinciehoofdsteden aan.

Duid op de referentiekaart van België de gevraagde autosnelwegen en rivieren aan.

Duid op de referentiekaart van België de gevraagde steden aan.

Duid op de referentiekaart van de eigen leefruimte de gevraagde verbindingswegen aan.

Duid op de referentiekaart van de eigen leefruimte de gevraagde (buurt)gemeenten en vlakken aan.