New Activity
Play Quiz
1. 
Welk begrippen horen bij terrassendynamiek? (Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn)
A.
crescendo
B.
forte
C.
mezzo piano
D.
decrescendo
2. 
Wat betekent decrescendo?
A.
zacht spelen
B.
geleidelijk harder spelen
C.
matig sterk spelen
D.
geleidelijk zachter spelen
3. 
Welke volgorde van afkortingen gaat van zacht naar sterk?
A.
p-pp-mp-mf-f
B.
pp-p-mp-mf-f
C.
ff-f-mp-p-pp
D.
mp-p-f-mf-ff
4. 
Piano wil zeggen:
A.
zeer zacht spelen
B.
zacht spelen
C.
matig zacht spelen
D.
matig sterk spelen
5. 
Welk teken hoort bij crescendo?
A.
B.
6. 
Welke afkorting wordt gebruikt voor de uitdrukking 'matig sterk'?
A.
mp
B.
ms
C.
mf
D.
mh
7. 
Wat is het tegenovergestelde van terrassendynamiek?
A.
verrassingsdynamiek
B.
vlakke dynamiek
C.
doorgangsdynamiek
D.
overgangsdynamiek
8. 
Welke uitdrukking betekent ongeveer hetzelfde als decsrescendo?
A.
crescendo
B.
portato
C.
diminuendo
D.
legato
9. 
Hoe moet je deze noten spelen volgens het teken? (meerdere antwoorden kunnen goed zijn)
A.
de noot extra benadrukken
B.
de noot kort spelen
C.
de noot zachter spelen
D.
de noot een accent geven
10. 
Bij afkorting klinkt de muziek het zachts?
A.
mp
B.
mf
C.
f
D.
ff
11. 
Waar gaat dynamiek over?
A.
toonhoogte
B.
toonsterkte
C.
toonduur
D.
tempo