1
Goederen die inspelen op collectieve behoeften en aangeboden worden door de overheid.
2
Goederen die inspelen op individuele behoeften en aangeboden worden door privé-ondernemingen.
3
De eigendom van een bedrijf gaat van de privésector naar de overheid.
4
Situatie waarbij de overheid de markt gaat openen.
5
De eigendom van een bedrijf gaat van de overheid naar de privésector.
6
Soort publiek goed dat uitsluitbaar is, maar niet-rivaliserend.
7
Iemand die niet gaat betalen voor een goed, maar er wel de voordelen van ervaart. (Nederlandstalige term)
8
Soort publiek goed dat rivaliserend is, maar niet-uitsluitbaar.
9
Publieke goederen die niet-rivaliserend én niet-uitsluitbaar zijn, noemen we ... publieke goederen.
10
Publieke goederen die slechts 1 van de 2 kenmerken hebben, ofwel rivaliserend ofwel uitsluitbaar, noemen we ... publieke goederen.