1
.
Noortje
en
Inge
____________________
gisteren
naar
de
bieb
.
2
.
,
,
Kijk
,
"
zei
Inge
,
,
,
die
man
____________________
vorige
week
ook
op
dat
bankje
.
"
3
.
,
,
Ja
en
nu
____________________
hij
er
weer
,
"
zei
Noortje
.
4
.
,
,
Vorige
week
____________________
hij
een
boek
.
5
.
Nu
____________________
hij
een
krant
.
6
.
Als
we
hier
morgen
weer
____________________
,
zit
hij
er
misschien
nog
.
"
7
.
Bij
een
winkel
stond
een
bord
:
Vandaag
halen
,
over
twee
jaar
____________________
.
8
.
,
,
Dat
wil
ik
ook
wel
,
"
zei
Noortje
.
,
,
Dan
____________________
ik
nu
snoep
in
mijn
tas
en
betaal
ik
pas
over
twee
jaar
.
"
9
.
,
,
Vroeger
____________________
de
mensen
nog
met
guldens
,
"
zei
Inge
.
10
.
,
,
Mijn
oma
____________________
me
vorig
jaar
nog
zo'n
gulden
in
mijn
hand
.
"