His activities

Invuloefening van het Frans naar het Nederlands

Voeg de twee zinnen zo samen dat je een adverbiaal pronomen gebruikt: waar-voorzetsel of voorzetsel + wie

Schrijf een hoofdzin met een bijzin en voeg een modaal hulpwerkwoord toe.

Herschrijf de zin met het juiste modale werkwoord. Let op de nuance tussen haakjes.

Vul het juiste verbindingswoord in.

zin 12: Luister en schrijf de goede zin.

Zin 11: Luister en schrijf de goede zin.

zin 10: Luister en schrijf de goede zin.

Zin 9: Luister en schrijf de goede zin.

zin 8: Luister en schrijf de goede zin. Denk aan de regels.

Zin 7: Luister en schrijf de goede zin. Denk aan de regels.

Zin 6: Luister en schrijf de goede zin. Denk aan de regels.

Zin 5: Luister en schrijf de goed zin. Denk aan de regels.

Zin 4: Luister en schrijf de goede zin. Denk aan de regels

Zin 3: Klik en bouw de juiste zin. Denk aan de regels.

Klik en bouw een goede zin met alle woorden. Denk daarbij aan de regels.

Klik en maak goede zinnen door de zinsdelen op de juiste plaats te schrijven. Denk daarbij goed aan de regels