New Activity
Play Quiz
1. 
Over welke woorden hebben we vandaag geleerd?
A.
werkwoorden
B.
persoonsvormen
C.
afval
2. 
Vul de zin aan: Ik .... de bal naar jou.
A.
geef
B.
geven
C.
geeft
3. 
Vul aan: .... stappen naar het bos.
A.
Ik
B.
hij
C.
Wij
4. 
Vul aan: .... sorteert zijn afval thuis.
A.
wij
B.
hij
C.
Ik
5. 
Welke werkwoorden horen bij 'ik'
A.
spelen, praten, straffen
B.
speel, praat, straf
C.
speelt, praat, straft