New Activity
Play Froggy Jumps
1. Afdalen
A
Naar beneden gaan
B
Een grote bak om goederen of afval in te vervoeren.
C
De verdieping die precies gelijk ligt met de straat.
2. begane grond
A
Stof die uit de grond wordt gegraven om er iets van te maken.
B
De verdieping die precies gelijk ligt met de straat.
C
Uit de grond halen door het op te graven.
3. de container
A
De verdieping die precies gelijk ligt met de straat.
B
Een grote bak om goederen of afval in te vervoeren.
C
Stof die uit de grond wordt gegraven om er iets van te maken.
4. de delfstof
A
Uit de grond halen door het op te graven.
B
Een kostbaar metaal, zoals goud en zilver.
C
Stof die uit de grond wordt gegraven om er iets van te maken
5. delven
A
Stof die uit de grond wordt gegraven om er iets van te maken.
B
Uit de grond halen door het op te graven
C
verliezen
6. het onderspit delven
A
verliezen
B
Uit de grond halen door het op te graven.
C
winnen
7. het edelmetaal
A
Een kostbaar metaal, zoals goud en zilver.
B
waardeloos metaal, zoals karton
C
ridder
8. het grondwater
A
Het water uit de bodem.
B
water met een smaakje
C
regen dat op de grond valt
9. de mijn
A
iets wat van mij is
B
hoge buis in de lucht
C
Eén of meer gangen diep onder de grond waar steenkool of een andere delfstof wordt opgegraven.
10. de mijnwerker
A
iemand die voor mij werkt.
B
Iemand die in een mijn werkt, diep onder de grond.
C
Eén of meer gangen diep onder de grond waar steenkool of een andere delfstof wordt opgegraven.
11. steenkool
A
een plant
B
een steen die lijkt op een bloemkool
C
Een zwarte stof die diep onder de grond zit. Steenkool wordt gebruikt als brandstof.
12. opgraven
A
Iets uit de grond graven/halen.
B
Iets in de grond stoppen.
C
een gat in de grond maken
13. begraven
A
iets uit de grond halen
B
iets in de grond stoppen
C
een gat in de grond maken
14. graven
A
iets in de grond stoppen
B
een gat in de grond maken
C
iets uit de grond halen