Log in
New Activity
Types of activities
Support center
Enter your Game Pin
Blog
Premium
English
Español
Français
New Activity
Log in
All the activities
Play Froggy Jumps
Print Froggy Jumps
Staal, groep 6 , Ondergronds woordenschat les 1
Auteur :
Olga Jansen
1.
Afdalen
A
Naar beneden gaan
B
Een grote bak om goederen of afval in te vervoeren.
C
De verdieping die precies gelijk ligt met de straat.
2.
begane grond
A
Stof die uit de grond wordt gegraven om er iets van te maken.
B
De verdieping die precies gelijk ligt met de straat.
C
Uit de grond halen door het op te graven.
3.
de container
A
De verdieping die precies gelijk ligt met de straat.
B
Een grote bak om goederen of afval in te vervoeren.
C
Stof die uit de grond wordt gegraven om er iets van te maken.
4.
de delfstof
A
Uit de grond halen door het op te graven.
B
Een kostbaar metaal, zoals goud en zilver.
C
Stof die uit de grond wordt gegraven om er iets van te maken
5.
delven
A
Stof die uit de grond wordt gegraven om er iets van te maken.
B
Uit de grond halen door het op te graven
C
verliezen
6.
het onderspit delven
A
verliezen
B
Uit de grond halen door het op te graven.
C
winnen
7.
het edelmetaal
A
Een kostbaar metaal, zoals goud en zilver.
B
waardeloos metaal, zoals karton
C
ridder
8.
het grondwater
A
Het water uit de bodem.
B
water met een smaakje
C
regen dat op de grond valt
9.
de mijn
A
iets wat van mij is
B
hoge buis in de lucht
C
Eén of meer gangen diep onder de grond waar steenkool of een andere delfstof wordt opgegraven.
10.
de mijnwerker
A
iemand die voor mij werkt.
B
Iemand die in een mijn werkt, diep onder de grond.
C
Eén of meer gangen diep onder de grond waar steenkool of een andere delfstof wordt opgegraven.
11.
steenkool
A
een plant
B
een steen die lijkt op een bloemkool
C
Een zwarte stof die diep onder de grond zit. Steenkool wordt gebruikt als brandstof.
12.
opgraven
A
Iets uit de grond graven/halen.
B
Iets in de grond stoppen.
C
een gat in de grond maken
13.
begraven
A
iets uit de grond halen
B
iets in de grond stoppen
C
een gat in de grond maken
14.
graven
A
iets in de grond stoppen
B
een gat in de grond maken
C
iets uit de grond halen