New Activity
Play Quiz
1. 
Ik ga naar de apotheker en naar de kledingzaak.
2. 
Ik ga brood halen bij de bakker.
3. 
Mijn moeder gaat graag naar het winkelcentrum en naar de cinema
4. 
Mijn broer gaat geld halen bij de bank.
5. 
Mijn ouders werken in een brandweerkazerne.