1
)
Nederland
____________________
veel
handel
met
Duitsland
.
2
)
Op
luchthavens
hebben
vliegtuigen
vaak
last
van
vogels
.
Het
is
niet
gemakkelijk
dat
probleem
____________________
____________________
____________________
.
3
)
Iemand
die
een
____________________
overtreedt
is
een
zondaar
.
4
)
Nederland
werd
op
10
mei
1940
door
de
Duitsers
____________________
.
Vier
dagen
later
capituleerde
het
land
.
5
)
In
1997
won
de
Britse
socialist
Tony
Blair
met
zeer
grote
____________________
de
Lagerhuisverkiezingen
van
de
conservatief
John
Major
.
6
)
Als
je
je
tijd
beter
____________________
,
zou
je
veel
meer
kunnen
doen
.
7
)
In
deze
winkel
vindt
u
altijd
wel
iets
van
uw
____________________
.
8
)
Er
werden
onverwacht
tien
mensen
tegelijk
____________________
.
9
)
Je
hebt
meer
kans
om
je
____________________
vol
te
houden
als
je
het
uitspreekt
.
Dus
deel
je
____________________
met
je
naasten
.
10
)
Ik
____________________
uit
naar
je
komst
.
11
)
Gelukkig
____________________
het
waterpeil
voor
de
dijk
door
kon
breken
.
12
)
Ik
ben
weer
____________________
voor
mijn
rijexamen
.