8
6
2
4
5
3
7
1
A: Weer een week later ontvang je via de post de factuur. Je moet pas betalen op het einde van de maand.
B: Vooraleer je een beslissing neemt, vergelijk je alle offertes. Vooral de offerte van ‘Het computerwinkeltje’ spreekt je wel aan. Zij bieden een zeer goede service, installeren de computer bij je thuis en zijn zeker niet duur. Bovendien staat op deze computer al heel wat software. Je besluit dan ook langs te gaan bij hen en de computer te bestellen.
F: De computer werkt perfect, de prijs is nu juist en het einde van de maand nadert. Je besluit om de winkelier te betalen. Je gaat naar de winkel en betaalt de computer.
E: Na een week word je via een mailtje verwittigd dat ze de computer morgen leveren. Na de installatie onderteken je de leveringsbon.
C: Je kijkt eerst op verschillende websites hoeveel een nieuwe computer eigenlijk kost. In een mail aan de firma omschrijf je wat de computer minimaal moet kunnen. Tegelijk vraag je natuurlijk ook de prijs van dit toestel, welke garantie je krijgt, wat eventuele herstellingen kosten, enz.
D: Bij nazicht merk je echter dat ze 50,00 EUR hebben aangerekend voor de installatie van de computer. Na een telefoontje van jou beseft de verkoper van ‘Het computerwinkeltje’ dat dit natuurlijk een foutieve aanrekening is. Voor alle zekerheid stuur je via de post een brief dat er 50,00 EUR te veel is aangerekend.
G: Daarop verstuurt de winkel via de post een creditnota, waarin staat dat je 50,00 EUR minder moet betalen. Oef!
H: Drie computerwinkels mailen hun beste prijs en verkoopsvoorwaarden. Van één winkel krijg je dit via een brief. Van de moeder van een vriend krijg je nog een reclamefoldertje met daarin promoties voor een ‘studentencomputer’. Op weg naar school ga je zelf nog even binnen bij ‘Het computerwinkeltje’ en van hen krijg je ook nog een uitgebreide prijsopgave.
