New Activity
Play Froggy Jumps
1. Duid de infinitief aan.
A
Werken
B
Werk
C
Werkte
2. Duid de stam aan.
A
Lopen
B
Loop
C
Liep
3. Duid de PV aan: "Ik fiets naar school."
A
Ik
B
fiets
C
Ik fiets
4. Wat gebeurt er met onregelmatige werkwoorden in de o.v.t.?
A
Je voegt -te(n) of -(den) toe aan de stam.
B
Ze blijven hetzelfde.
C
Ze veranderen van klank.
5. Wat gebeurt er met regelmatige werkwoorden in de o.v.t.?
A
Je voegt -te(n) of -(den) toe aan de stam.
B
Ze blijven hetzelfde.
C
Ze veranderen van klank.