New Activity
Play Quiz
1. 
Ze heeft haar voet verzwikt.
2. 
Daar blijkt haar voet gebroken te zijn.
3. 
De kinderen mogen voortaan geen lawaai meer maken.
A.
Maken
B.
Mogen
C.
Mogen maken
4. 
Ze zal naar het ziekenhuis gevoerd worden.
A.
Zal
B.
Worden
C.
Zal gevoerd worden
5. 
Spelende kinderen zorgen vaak voor geluidsoverlast.
6. 
Het lijkt toch wel een beetje gevaarlijk.
7. 
Dan stelde de politie een proces verbaal op.
8. 
In de tuin zitten kinderen in de boomhut.
9. 
We voetballen op het pleintje.
10. 
Maxim en Lode kijken naar de voetbalmatch van Cercle Brugge.