1
Duitsland moet ... betalen.
2
Soldaten schuilen in kilometers lange ... .
3
... wil ons land doortrekken om Frankrijk binnen te vallen.
4
België probeert zich niet te mengen. Ze stellen zich ... op.
5
Op 11 ... 1918 wordt er wapenstilstand getekend.
6
koning ... stond aan het hoofd van België.
7
Deze oorlog wordt ook 'de ... oorlog' genoemd.
8
In de loopgraven krioelt het van het ongedierte, zoals ... .
9
De plaats waar gevochten wordt noemen we het ... .
10
De oorlog begint door de moord op een Oostenrijkse ... .