New Activity
Play Crossword Puzzle
1 ze zouden verslaan : ils ..
2 ze ontvingen : ils ..
3 ze zouden kunnen : ils ...
4 ze werden geboren : ils ...
5 hij bevocht : il ...
6 ik ontving : je ..
7 we zouden moeten : nous ...
8 ze worden geboren : ils ...
9 ze moesten : ils ...
10 het regende : il ...
11 ze zagen : ils ...
12 het zou moeten : il ...
13 ze zullen sterven : ils ...
14 ze sterven : ils ...
15 het was nodig : il ..
16 ik bevecht : je ...
17 ze zullen zien : ils ...
18 hij zal geboren worden : il ...
19 het zal nodig zijn : il ..
20 ik zal zien : je ...
21 ze zien : ils ...
22 ik ontvang : je ..
23 hij heeft verslaan : il a ...
24 het is (de moeite) waard : ça ... la peine
25 ik mag : je ...
26 zij is geboren : elle est ...
27 hij heeft ontvangen : il a ...
28 ik heb gezet : j\'ai ...
29 hij heeft gemoeten : il a ...
30 ik heb gehad : j\'ai ...
19
9
22
20
10
8
15
2
13
3
30
7
4
21
18
25
12
14
11
23
1
26
16
28
24
5
17
27
29