New Activity
Play Map Quiz
1.

Hij zit in de mast.

2.

Zij gaat op de fiets.

3.

Hij leest bij een kaars.

4.

De vlieg zit op de lamp.

5.

Hij loopt door de poort.

6.

Wij gaan met de lift.

7.

Daar loopt een rups.

8.

In het hok zit een gans.