1
verstaan
2
verkopen
3
verliezen
4
uittrekken - separabel
5
uitgaan - separabel
6
vertrekken
7
verbieden
8
uitdoen - separabel
9
strijken
10
vergeten
11
vervangen
12
sterven
13
vinden
14
stelen
15
staan
16
vallen
17
varen
18
trekken
19
steken
18
15
16
19
12
14
3
9
11
10
7
4
1
8
6
5