New Activity
Play Quiz
1. 
Ik ga vanavond niet naar het feest. (Ik heb de griep.)
2. 
We gaan naar huis. (We zijn moe.)
3. 
Ik drink geen alcohol, als ik autorijd. (Het is te gevaarlijk.)
4. 
Ik ga nu niet naar bed. (Ik ben nog niet moe.)
5. 
Ik leer Nederlands. (Ik vind de taal erg interessant.)
6. 
Ik ben niet op de fiets naar school gekomen. (Ik heb een lekke band.)
7. 
We hebben geen kinderen. (We studeren nog.)
8. 
Ik heb me verslapen. (Mijn wekker is kapot.)
9. 
Ik ga wat vroeger weg. (Ik moet nog boodschappen doen.)