New Activity
Play Quiz
1. 
Ik ___ wel een mooie houten kast willen hebben.
2. 
We ___ je volgende week komen helpen als je dat wil.
3. 
___ je me kunnen zeggen waar het politiebureau is?
4. 
De trein ___ over enkele minuten aankomen op spoor 3.
5. 
Hij ___ wel weer te laat komen.
6. 
___ ze weten dat de les niet doorgaat?
7. 
Als ik jou was, ___ ik hem niet kopen.
8. 
Als ik nog jong was, ___ ik een paar maanden gaan reizen.
9. 
De minister _____ zijn privételefoon gebruikt hebben.
10. 
______ je niet nog even wachten?
11. 
Jij _____ die documenten toch versturen?
12. 
Je _____ hier een uur geleden al zijn!
13. 
______ u dat kunnen herhalen?
14. 
Volgende week ________ de winnaars bekend worden gemaakt.
15. 
______ we het formulier nu maar invullen?
16. 
______ ik morgen de boodschappen doen?
17. 
Die winkel is dicht. Hij _____ wel verbouwd worden.
18. 
Je ______ het examen wel gehaald hebben.