New Activity
Play Quiz
1. 
In welke volgorde wordt de grond bewerkt alvorens de graanboer kan zaaien?
A.
eggen, bemesten, ploegen
B.
ploegen, bemesten, eggen
C.
bemesten, ploegen, eggen
D.
eggen, ploegen, bemesten
2. 
Welke ploeg bestaat niet?
A.
haakploeg
B.
keerploeg
C.
zaaiploeg
3. 
Welk lastdier werd eerst gebruikt om de ploeg en eg voort te trekken?
A.
os
B.
paard
C.
olifant
4. 
Eggen is ...
A.
de grond omkeren
B.
de grond platwalsen
C.
kleine geulen maken in de grond
D.
zaaien
5. 
Het bovenste deel van een graanhalm heet ...
A.
een graankorreldrager
B.
een aar
C.
een graanverzameling
D.
een sikkel
6. 
Denk terug aan het verhaal van de zaaier. Waardoor kan het graan op deze afbeelding niet groeien?
A.
te weinig water
B.
geen vruchtbare grond
C.
niet genoeg plaats om te groeien
D.
te weinig zonlicht
7. 
Duid aan wat er met het geoogste graan gebeurt. (juiste volgorde)
A.
wassen, zeven, malen
B.
zeven, wassen, malen
C.
malen, zeven, wassen
D.
wassen, malen, zeven
8. 
Met welke molen hebben wij geen geen kennis gemaakt?
A.
korenmolen
B.
watermolen
C.
rosmolen
D.
handmolen
9. 
Wat zijn de verschillende ingrediënten van een gewoon wit brood ?
A.
water, bloem, gist, boter, zout en eieren
B.
water, bloem, gist en zout
C.
water, bloem, zuurdesem, boter en zout
D.
water, bloem, gist, boter en zout
10. 
Welke stappen neem een bakker om een brood te maken?
A.
malen, kneden, brood laten rijzen, bakken
B.
mengen, brood laten rijzen, kneden, bakken
C.
mengen, kneden, brood laten rijzen, bakken