3.
Polleke staat in het Hazewindstraatje, aan het water. Hij geniet nog even van het uitzicht en vertrekt dan in zuidelijke richting. Hij wandelt een heel eind langs het water om dan een brugje te nemen dat naar het westen gaat. Hij steekt het water over en neemt de eerste straat in noordelijke richting. Hij blijft wandelen tot hij afslaat aan de tweede grote straat die hij tegenkomt in oostelijke richting. Hij wandelt nog een klein eindje, tot hij op een pleintje komt en aanbelt bij zijn Oma.