New Activity
Play Quiz
1. 
Een ruimte kan bepaald worden door de opleiding, diploma, beroep, voorkomen, kledij, ... Hoe noemen we deze ruimte?
A.
Sfeerscheppende ruimte
B.
Sociale ruimte
C.
Geografische ruimte
D.
Symbolische ruimte
2. 
'Joachim liep dinsdagavond rond middernacht eenzaam door een verlaten straat terwijl het pijpenstelen regende.' Welke ruimte herken je in deze omschrijving?
3. 
Juist of fout: Een geografische ruimte bestaat echt en is niet verzonnen.
A.
Juist
B.
Fout
4. 
Lucas is het hoofdpersonage in een boek. Hij loopt verloren in de wereld en zichzelf. In het boek komt Lucas terecht in een doolhof. Wat voor een ruimte is dit?
5. 
Juist of fout: Een sfeerscheppende ruimte kan tegelijkertijd ook een symbolische ruimte zijn.
A.
Juist
B.
Fout
6. 
Lees het fragment. Wat is de vertelde tijd en de verteltijd? 'Tijdens de kerstexamens heb ik heel erg mijn best gedaan. Het eerste examen was economie, daarna Nederlands, Engels, wiskunde, Frans, aardrijkskunde, natuurwetenschappen en geschiedenis. Tijdens het oudercontact vertelde de klastitularis dat hij heel tevreden over mij was. Als beloning ging ik tijdens de kerstvakantie naar Disneyland!'
A.
Vertelde tijd: 3 weken & verteltijd: 2 minuten
B.
Vertelde tijd: 2 minuten & verteltijd: 3 weken
7. 
Juist of fout: De verteltijd is groter dan de vertelde tijd. Dit noemen we versnelling.
A.
Juist
B.
Fout
8. 
Kastelen, ridders, jonkvrouwen, paarden en burchten. Het doet je meteen aan de middeleeuwen denken. Hoe noemen we deze tijd?
9. 
Bekijk de afbeelding. Hoe noem je dit verschijnsel in een film die zich afspeelt in de middeleeuwen?
10. 
Op de eerste pagina van het boek worden de eerste levensjaren van het hoofdpersonage beschreven. Waarvan is dit een voorbeeld?
A.
Tijddekking
B.
Versnelling
C.
Vertraging