New Activity
Play Froggy Jumps
1. Hoe leerde Schliemann het verhaal van Troje kennen?
A
Zijn moeder las hem voor uit de Ilias.
B
Zijn vrouw kende het boek van buiten.
C
Hij moest het lezen voor school.
2. In welk boek kan je alles lezen over de Trojaanse oorlog?
A
Helena van Troje
B
de Ilias
C
Homerus
3. Wie schreef het boek 'Ilias'?
A
Paris van Troje
B
Homerus
C
Ilias
4. Schliemann heeft dingen opgegraven die...
A
... enkel uit Troje kunnen komen.
B
... niet oud genoeg waren om uit Troje te komen.
C
... veel ouder waren dan Troje.
5. De juwelen van Helena waren...
A
... echt de juwelen van Helena van Troje.
B
... niet echt de juwelen van Helena van Troje.
C
... waardeloos.
6. Schliemann heeft...
A
... perfect gehandeld zoals een archeoloog hoort te handelen.
B
... geen grote archeologische fouten gemaakt.
C
... dingen gedaan die een hedendaagse archeoloog nooit zou doen.
7. Troje ligt...
A
... in de appel (het Griekse schiereiland)
B
... in de peer (eilanden in de Egeïsche Zee)
C
... in de banaan (Klein-Azië of Ionië)
8. De Ilias is...
A
... een historische waardevolle bron.
B
... waardeloos voor een historicus (iemand die de geschiedenis bestudeert).
C
... verzonnen.
9. De oude Trojaanse stad is...
A
... een archeologische bron.
B
... een monumentale bron.
C
... een mondelinge bron.
10. De opgraving van Troje speelt zich af in...
A
de klassieke oudheid
B
de moderne tijd
C
de hedendaagse tijd