New Activity
New Activity
All the activities
Play Quiz
1. 
Wat moet je doen voor je een huis kunt bouwen?
2. 
Wie maakt een plan van het huis?
3. 
Metselaars maken twee muren met een smalle ruimte ertussen. Hoe heet die?
4. 
Hoe noemt dit voorwerp?
5. 
In sommige landen zijn huizen op palen gebouwd. Duid de 2 juiste antwoorden aan.
A.
om zich te beschermen tegen de zon
B.
om het water buiten te houden
C.
om zich te beschermen tegen gevaarlijke dieren
D.
omdat het mooi is
6. 
Hoe komt het dat een baksteen zwaarder weegt als hij enkele uren in een bak met water heeft gelegen? Duid het juiste antwoord aan.
A.
omdat er water zit tussen de steenkorrels
B.
omdat er lucht zit tussen de steenkorrels
C.
omdat er meer steen zit tussen de steenkorrels
7. 
Wat doet een stukadoor?
8. 
Duid aan welke stap er het eerste gebeurt tijdens het maken van bakstenen: de klei wordt gedroogd of de klei wordt in de over geplaatst?
A.
de klei wordt gedroogd
B.
de klei wordt in de oven geplaatst
9. 
Om het huis lekker warm te houden zit er iets in de muren en onder het dak. Wat is dat?
10. 
Hoe noem je deze dakvorm?
11. 
Wat is het beroep van de man op deze foto?
12. 
Hoe komt het dat sommige mensen geen huis hebben? Duid de 2 juiste antwoorden aan.
A.
omdat ze gevlucht zijn voor overstromingen
B.
omdat ze ruzie hebben met de meester van hun klas
C.
omdat ze het te warm hebben in hun land
D.
omdat ze gevlucht zijn voor de oorlog in hun land
13. 
Wat gebeurt er met klei als hij in een warme oven geplaatst wordt? Duid de juiste antwoorden aan.
A.
door de hoge temperatuur in de oven smelten de kleine stukjes klei aan elkaar
B.
door de hoge temperatuur in de oven vallen de stukjes klei uit elkaar
C.
de stenen veranderen van kleur en worden zeer zacht
D.
de stenen veranderen van kleur en worden zeer hard
14. 
Wat is dit en waarvoor dient dit voorwerp? Duid het juiste antwoord aan
A.
het is een waterpas en je kan er mee controleren of iets recht is
B.
het is een waterpas en je kan er mee controleren of er water uit de leidingen komt
C.
het is een waterpas en je kan er mee controleren of je televisie goed werkt
15. 
Som 4 voorwerpen op die een metselaar gebruikt?