New Activity
Play Froggy Jumps
1. Het dikgedrukte zinsdeel is lv: Hij ging MET MIJ mee naar huis
A
Goed
B
Fout
C
2. Benoem het zinsdeel in hoofdletters: De appels worden opgegeten DOOR EEN AARDIGE OPA in een net pak.
A
lv
B
mw.vw.
C
bwb
3. Benoem zinsdeel in hoofdletters: De appel valt NIET ver van de boom.
A
bwb
B
lv
C
bvp
4. Benoem het zinsdeel in hoofdletters: De appels worden opgegeten door een aardige opa IN EEN NET PAK.
A
bwb
B
lv
C
bvp
5. Benoem alle bijv. bep.: Mijn gezellige vriendin uit Amsterdam is heel aardig.
A
vriendin/Amsterdam
B
gezellige/uit Amsterdam
C
gezellige/uit Amsterdam/aardig
6. Zoek meewerkend vw.: Die zielige scène in die film bezorgde ons kippenvel.
A
in die film
B
die zielige scène
C
ons
7. Zoek bijvoeglijke bepaling: Die zielige scène in die film bezorgde ons kippenvel.
A
zielige/in die film
B
kippenvel
C
in die film
8. Zoek meewerkend vw.: Die brief werd hem vandaag door zijn buurman overhandigd.
A
hem
B
die brief
C
door zijn buurman
9. Zoek lijdend voorwerp: Die brief werd hem vandaag door zijn buurman overhandigd.
A
die brief
B
door zijn buurman
C
geen lijdend voorwerp
10. Welk gezegde staat in deze zin: Vervolgens werd hij erg ziek.
A
werkwoordelijk gezegde=werd (erg) ziek
B
naamwoordelijk gezegde=werd (erg) ziek
C
werkwoordelijk gezegde=werd
11. ja
A
nee
B
aap
C
monkey