1
Tussen de maaltijden door eet hij altijd verschillende ______(=snacks)
2
Zo'n 74% van de Nederlandse scholieren volgt naast het verplichte Engels ten minste een tweede _____ taal (- ook: buitenlandse taal).
3
_______ brengt je zoveel meer dan alleen een prachtige tuin. Het is een ontspannende en creatieve hobby
4
Ik ken hem niet erg goed. Het is maar een ______, geen vriend.
5
Ik ga mijn kapster om mijn haar kort te laten _____.
6
Gemiddeld wonen er 2,13 mensen in een Nederlands _____.
7
Het meisje vindt het _____ dat jongens naar haar kijken.
8
Officieel is je Netflix-_____ delen met mensen buiten je eigen huishouden niet toegestaan (=niet mag).