New Activity
Play Quiz
1. 
Het aantal elektronen in de elektronenwolk van een neutraal atoom wordt bepaald door:
A.
het atoomnummer van de kern
B.
het massagetal van de kern
C.
het verschil van massagetal en atoomnummer van de kern
D.
het aantal neutronen in de kern
2. 
Waarom zijn de atomen met een klein massagetal ook de lichtste atomen?
A.
Deze bezitten de minste elektronen.
B.
Deze bezitten de minste protonen.
C.
Deze bezitten de minste neutronen.
D.
Deze bezitten de minste neutronen en protonen.
3. 
Rond een atoom cirkelen 82 elektronen. A) Hoeveel protonen en neutronen bezit dit atoom? B) Welk element is dit?
A.
Het bevat 82 protonen. Het is het element lood.
B.
Het bevat 41 protonen. Het is het element nubidium.
C.
Het bevat 207 protonen. Het is het element lood.
D.
Er zijn onvoldoende gegevens om dit op te lossen.
4. 
juist of fout: Isotopen zijn elementen met hetzelfde aantal protonen, maar met een verschillend aantal neutronen.
A.
juist
B.
fout
5. 
juist of fout: Isotopen zijn elementen met hetzelfde massagetal, maar met een verschillend atoomnummer.
A.
juist
B.
fout
6. 
Wat is hetaantal protonen, neutronen van:
A.
57 protonen; 86 neutronen en 57 elektronen
B.
57 protonen, 57 neutronen en 86 neutronen
C.
143 protonen, 57 neutronen en 86 elektronen
D.
86 protonen, 86 neutronen en 57 elektronen
7. 
Wat is hetaantal protonen, neutronen van:
A.
26 protonen, 29 neutronen en 26 elektronen
B.
26 protonen, 26 neutronen en 29 elektronen
C.
55 protonen, 26 neutronen en 26 elektronen
D.
26 protonen, 29 neutronen en 55 elektronen
8. 
Wat is hetaantal protonen, neutronen van:
A.
92 protonen, 143 neutronen en 92 protonen
B.
92 protonen, 92 neutronen en 143 elektronen
C.
235 protonen, 92 neutronen en 92elektronen
D.
235 protonen, 143 neutronen en 92 elektronen
9. 
Deze nucliden zijn:
A.
elementen
B.
atomen
C.
isotopen
D.
isomeren
10. 
Deze elementen zijn:
A.
elementen
B.
atomen
C.
isotopen
D.
isomeren
11. 
Deze nucliden zijn:
A.
isotopen
B.
isomeren
C.
atomen
D.
elementen
12. 
Hoe komt het dat de atoommassa van een nuclide ongeveer gelijk is aan het massagetal ervan?
A.
omdat het massagetal een gemiddeldewaarde is van de atoommassa's van alle isotopen van het atoom.
B.
Omdat het eigenlijk over hetzelfde getal gaat, maar de atoommassa is de afronding tot op de eenheden.
C.
Omdat het eigenlijk overhetzelfde gegeven gaat.
13. 
Welke uitdrukking is correct?
A.
Een atoom is positief.
B.
Een atoom is negatief.
C.
Een atoom is elektrisch neutraal.
D.
Een atoom is een positief ion dat elektronen heeft opgenomen.