Print Quiz: Oefentoets ()

1.

Hoe wordt de woorden van de Profeet (s.a.w.) genoemd?

A.

Qawlî soenna

B.

Takrîrie soenna

C.

Fi°lie soenna

D.

Qoedsî hadîth

2.

Hoe noemt het gedeelte dat waarin de woorden van de Profeet (s.a.w.) zich bevinden?

A.

Tabaqa

B.

Isnaad

C.

Matn

D.

Tarîq

3.

Hoe wordt de handelingen van de Profeet (s.a.w.) genoemd?

A.

Takrîrie soenna

B.

Fi°lie soenna

C.

Qawlie soenna

D.

Sahîh

4.

Hoe noemt iemand die de Profeet tijdens zijn Profeetschap gezien heeft?

A.

Moslim

B.

Tabi°în

C.

Sahaba

D.

Ansar

5.

Welke van de onderstaande is geen eigenschap van een hadîthoverleveraar?

A.

Als hij van zijn eigen hadieŝboek overlevert, dan moet hij zijn boek goed bewaard hebben.

B.

De kennis van de overlevering beheersen.

C.

Niet waakzaam zijn over zijn overleveringen.

D.

Hij moet eerst de hadieŝ uit het hoofd geleerd hebben om ze dan naar buiten foutloos te overleveren.

6.

Welke van de onderstaande is geen hadîthgeleerde?

A.

Moehaddis

B.

Talib

C.

Alim

D.

Rawi

7.

Welke van de onderstaande is geen hadîthgeleerde?

A.

Hakim

B.

Rawi

C.

Moeftie

D.

Hafiz