1
10
I-Kraakbeencellen in het centrum sterven af
3
G-Vorming kraakbeenmodel
7
9
B-De matrix in het centrum wordt hard
2
H-kraakbeenvlies wordt beenvlies
5
Vorming van de groeischijf.
J-Afzetten van een beenmantel op het kraakbeenmodel
8
6
F-Ontstaan van een mergholte
A-Vorming van sponsachtig beenweefsel
C-Bloedvaten dringen binnen in de centrale matrix
E-Delen van kraakbeencellen en vorming van osteoblasten
4