New Activity
Play Matching Game
1. bevelen
2. buigen
3. graven
4. hangen
5. heffen
6. liegen
7. liggen
8. lijden
9. schelden
10. scheppen
11. stelen
12. treden
13. vallen
14. vangen
15. varen
16. vechten
17. vergelijken
18. vergeten
19. verlaten
20. wegen
21. werpen
22. winden
23. wreken
24. wrijven
25. zinken
26. zwellen
27. zwijgen
28. zweren (een eed doen)
29. zweren (etteren)

viel

gelogen

gevallen

loog

gevangen

gezwollen

geschapen

boog

zonk

geheven

vocht

leed

beval

zwoer

verliet

verlaten

vergeleek

wreef

zwol

groef

hief

gewogen

gevaren

zweeg

geleden

getreden

hing

trad

ving

gebogen

geworpen

gehangen

bevolen

gevochten

gezwegen

vergat

gezonken

voer

gewonden

wreekte

gezworen (een eed doen)

woog

wond

schold

gewreven

gelegen

gescholden

vergeleken

vergeten

lag

zweerde

wierp

gezworen (etteren)

gestolen

gegraven

stal

schiep

gewroken