Ik
ben
met
de
trein
naar
Gent
____________________
.
Om
tien
uur
ben
ik
daar
____________________
.
Dan
ben
ik
naar
het
huis
van
mijn
vriend
____________________
.
We
hebben
samen
lekkere
koffie
____________________
.
We
hebben
ook
een
beetje
TV
____________________
.
Daarna
hebben
we
de
tram
____________________
,
naar
het
centrum
van
de
stad
.
Daar
hebben
we
in
een
gezellig
restaurant
een
gezonde
snack
____________________
.
In
de
namiddag
hebben
we
in
het
museum
een
interessante
tentoonstelling
____________________
.
Na
de
tentoonstelling
hebben
we
in
een
café
bij
een
biertje
nog
gezellig
____________________
.
Op
weg
naar
het
station
heb
ik
in
een
boekhandel
een
boek
____________________
.
In
de
trein
heb
ik
een
beetje
in
het
boek
____________________
.
Om
10
uur
's
avonds
ben
ik
thuis
____________________
.
Het
was
een
mooie
dag
!