New Activity
Play Quiz
1. 
Welke van de volgende stellingen zijn juist:
A.
De handelshuurovereenkomst wordt telkens voor 3 jaar afgesloten
B.
Pas na 7 jaar kan de huurprijs herbekeken worden
C.
Voor wat betreft het einde van de huur wordt een onderscheid gemaakt tussen huurovereenkomsten van bepaalde en onbepaalde duur
D.
Een onderhuurder heeft geen recht tot huurvernieuwing, enkel de oorspronkelijke huurder heeft dit
2. 
Een mondelinge overeenkomst kan onder de handelshuurwetgeving vallen.
A.
juist
B.
fout
3. 
In tegenstelling met het gemeen recht waar huuroverdracht of onderverhuur door een geschreven verbodsbepaling kunnen verhinderd worden, is huuroverdracht of onderverhuur in de handelshuurwetgeving in bepaalde gevallen wel mogelijk, ondanks een eventueel geschreven verbodsbepaling.
A.
juist
B.
fout
4. 
Wie is bevoegd voor de handelshuurovereenkomsten?
A.
De Benelux
B.
Vlaanderen
C.
België
D.
Europa
5. 
Een ideale website voor meer info over deze materie is die van
A.
de notaris
B.
de accountants
C.
de huurdersbond
D.
de school